Hoge Raad doet zaak over onrechtmatigheid bij de overdracht van haar woning door de langstlevende ouder aan een kind af met artikel 81 RO.

Een meerderjarigenbewindvoerder is een wettelijk vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 4:193 BW.

Er is geen grond om aan te nemen dat de kantonrechter slechts in een afzonderlijke daartoe strekkende procedure kan afwijken van de regel dat de bevoegdheden van de beneficiair aanvaardende erfgenamen als vereffenaars tezamen worden uitgeoefend.

De kantonrechter is bevoegd om te oordelen over artikel 4:29- en 4:30 BW-aanspraken en deze procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift.

Hoge Raad doet zaken af ex artikel 81 RO

Volgens de Hoge Raad heeft het hof bij het oordeel of bij de overdracht van de woning sprake was van een gift, te weinig oog gehad voor het feit dat ook uit het samenstel van rechtshandelingen kan voortvloeien dat sprake was van een gift.

De executeur is privatief vertegenwoordiger van de erfgenamen en de verweerders in cassatie zijn niet-ontvankelijk in hun cassatieberoep voor zover dit is gericht tegen de gezamenlijke erfgenamen van erflater.

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof dat de na het overlijden van de huurster tussen verhuurder en inwonende volwassen kinderen ten aanzien van ontruimingstermijn gesloten overeenkomsten niet worden aangemerkt als huurovereenkomsten.

De echtgenote van overleden man is geen belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 Rv in de procedure tot gerechtelijke vaststelling van diens ouderschap.

Hoge Raad bevestigt conclusie van de A-G inzake het afwijzen door het hof van het beroep door kleinzoon van overleden huurder op huurvoortzetting.