Hoge Raad volgt het hof dat vermogen van een stichting tot de nalatenschap van oprichtster wordt gerekend.

De Hoge Raad verduidelijkt waar bij de uitleg van testamenten rekening mee mag/moet worden gehouden.

Hoever gaat de onderzoeksplicht van de belastinginspecteur bij het opleggen van een aanslag erfbelasting?

Aan tweede echtgenote in privé toekomende uitkering uit levensverzekering die is gebruikt ter aflossing van een hypotheek op een tot de huwelijksgemeenschap behorende woning, behoort niet tot erflaters nalatenschap en vergroot de vorderingen van de kinderen niet.

Volgens de Hoge Raad is artikel 4:43 lid 2 BW van toepassing op een impliciete onterving en geldt de aangehechte bijlage als een in de uiterste wil aangeduide beweegreden.

Bespaarde huur en overige kosten zijn relevant bij het vaststellen van een som ineens wegens verrichte werkzaamheden.

De Hoge Raad gaat in op een minder gewenste ‘bijvangst’ van artikel 80 RO en laat het oordeel van de kantonrechter in stand over de vraag wat de peildatum is bij een legaat ‘als waren zij erfgenaam’.

A-G Wattel volgt het hof: een legaat aan een mantelzorgster vormt geen vrijgestelde (voldoening aan natuurlijke verbintenis) schenking; er is sprake van een belaste erfrechtelijke verkrijging.

Hoge Raad laat oordeel van het hof in stand over het takenpakket van de executeur (heeft deze afwikkelingsbevoegdheid) en de vraag of alle kosten van door de executeur ingeschakelde deskundige schulden van de nalatenschap zijn.

De A-G bespreekt diverse kwesties ter zake van de bevoegdheden van een executeur, waaronder de vraag of zodra men buiten de grens van afd. 4.5.6. BW komt, steeds sprake is van een bewind, ook als die term niet is genoemd.