Tussenbeslissing waarin het hof oordeelt dat de kennis van de executeur niet kan worden toegerekend aan de erfgenaam bij de vraag of tijdig artikel 4:194a BW is ingeroepen.

Het hof matigt de boete die verschuldigd is door de niet-beschikkingsbevoegde erfgenaam in verband met het niet-nakomen van een door deze gesloten koopovereenkomst.

Hof laat partij toe haar stelling te bewijzen dat is bedoeld dat meerwaarde clausule ook gold bij overlijden van de bedrijfsovernemer.

Erfstelling ten gunste van ongehuwde partner en kind gevolgd door een later huwelijk met dezelfde partner is geen wijziging van omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat de wettelijke verdeling van kracht is.

De voorzieningenrechter wijst de door vereffenaar gevorderde ontruiming door een mede-erfgenaam van een tot de nalatenschap behorende woning toe.

Verzoek tot het stellen van aanvullende prejudiciële vragen afgewezen.

Wettelijk vertegenwoordigster krijgt ook na verstrijken driemaandstermijn machtiging tot het verwerpen van de nalatenschap.

Verzoek tot opheffen testamentair bewind wordt ingewilligd.

Vordering van erven tot tussenkomst in een door erflater gestarte procedure wordt toegewezen.

(Nieuwe) vriendin van erflater hoeft na diens overlijden geen vergoeding aan ex-echtgenote van erflater te voldoen omdat voor 1992 de vormvrije verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap heeft plaatsgehad.