Ondanks de nog lopende executele stelt de rechtbank de wijze van verdeling vast omdat daardoor de belangen van schuldeisers niet in het gedrang komen en legt zij de omvang van een legaat uit.

De voorzieningenrechter wijst door overige erven gevorderde ontruiming toe van een door een mede-erfgenaam bewoonde woning.

De rechtbank stelt vast dat de vorderingen van de nalatenschap op de in verzet gekomen opposant minder bedragen dan gesteld, rekent die vorderingen overigens toe op het erfdeel maar ziet af van de benoeming van een onzijdig persoon/dwangvertegenwoordiger.

In drie zaken worden de vorderingen tot huurvoortzetting afgewezen.

Kantonrechter stelt op verzoek van de vereffenaar de termijn vast binnen welke de schuldeisers hun vordering moeten indienen.

Vordering van stichting die kunstenaarsnalatenschap beheert tot afgifte van stukken en bescheiden wordt toegewezen.

Hoewel de afgiftetermijn van het legaat is verstreken, wordt de vordering in kort geding tot afgifte niet toegewezen omdat de precieze hoogte van het bedrag niet vaststaat nu de hoogte van de ten laste van de legataris komende erfbelasting nog niet bekend is.

De informele levenspartner van erflaatster krijgt een bewijsopdracht ter onderbouwing van zijn stelling dat het niet ondertekende testament van erflaatster met volstrekte zekerheid haar uiterste wil op tijdstip overlijden weergeeft.

De kantonrechter concludeert dat voor de dienstverlening van een uitvaartondernemer geen ontbindingsrecht geldt en verbindt daaraan de conclusie dat aan de informatieplichten is voldaan.

Het hof acht een deskundigenonderzoek noodzakelijk omdat zowel de onterfde legitimaris als de executeur een andere/verkeerde peildatum hanteert bij de waardebepaling van een woning.