Ook het hof acht de executeur schadeplichtig wegens het niet afgeven van gelegateerde en thans niet meer aanwezige goederen.

De rechtbank legt de het testament uit en oordeelt dat het gegeven dat de kinderen zijn overvallen door de inhoud daarvan, geen reden is om te twijfelen of de inhoud daarvan erflaters wil bevatte.

De rechtbank geeft (ex-)partner van erflater gelegenheid te bewijzen dat hij niet de ex-partner is, en dat hij, zelfs als dat wel het geval is, toch de erfgenaam is; tevens geeft de rechtbank aan wat te doen met de asbus.

Artikel 3:221 BW-bewindvoerder krijgt na eerder verkregen machtiging tot verkoop van de tot het vruchtgebruikvermogen behorende woning, thans ook machtiging tot levering daarvan.

Volgens de rechtbank is bij akte afgifte vruchtgebruik niet tevens de aan de vruchtgebruikster toekomende onverdeelde helft in de woning aan de nalatenschap toegedeeld.

Op het niet-opeisbare legaat van de legitieme portie zijn de regels van de legitieme portie, waaronder artikel 4:87 lid 5 BW, van toepassing zodat de vordering na het overlijden van de langstlevende ondanks beneficiaire aanvaarding op haar privévermogen verhaalbaar is.

Ter zake van de door de legataris gevorderde afgifte van het legaat beroept de erfgenaam zich terecht op verrekening met een (openstaande) vordering op de legataris.

De A-G concludeert in zaak waarin hof oordeelde dat moeder de cautio socini inriep waardoor dochter niet erft. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:1807) volgt de A-G en wijst onder verwijzing naar artikel 81 lid 1 Wet RO het cassatieberoep af.

De kantonrechter kwalificeert de uitkering uit levensverzekering in de tussenbeschikking als een quasilegaat en bepaalt in de eindbeschikking in welke mate vermindering al dan niet onredelijk is.

In een geschil tussen vereffenaar en subsidiair legataris oordeelt de rechtbank over uitleg van het legaat, de peildatum en de verschuldigdheid van wettelijke rente.